de Kleyne Wilderds

Ragdoll

Geschiedenis

Rond het jaar 1960 werd in Los Angeles een witte poes van het ras Turkse Angora gekruist met een Heilige Birmaan kater. Ann Baker, een ervaren kattenfokster, had veel interesse in het nest dat daaruit volgde.

De kittens waren lief, erg speels en waren ze dol op menselijke aandacht.

Het nieuwe ras werd erkend in 1965 en kreeg de naam ragdoll, wat letterlijk 'lappenpop' betekent.

Deze naam werd gekozen omdat de kat gekarakteriseerd wordt door een totale ontspanning houding als men ze in de armen neemt.

Uiterlijk 

De Ragdoll is een grote halflangharige kat. De vacht is zijdezacht en klit bijna nooit.

De kleur bij de geboorte leidt later tot een specifiek kleurpatroon. Pointed kittens hebben net na de geboorte een witte vacht. Na ongeveer 10 dagen kan je de eerste ontwikkeling van hun kleur en vachttekening onderscheiden (pointed komt van colourpoints, waar men aangeeft dat de uitersten van het lichaam gekleurd zijn: poten, oren, snoet, staart).

Mink Ragdolls worden geboren met een lichtbeige vacht. Non pointed Ragdolls worden geboren met een gekleurde vacht. Vanaf het derde levensjaar is de Ragdoll volledig volgroeid en heeft de vacht zijn definitieve kleur. Het gewicht van een Ragdoll kan variëren tussen de 5 en 10 kilo voor een volwassen kater en tussen de 3 tot 6 kilo voor een volwassen poes.